Negen maanden na de veroordeling van Bekir E. voor het doodschieten van de 16-jarige Hümeyra, begint het gerechtshof aan het hoger beroep. De 33-jarige E. werd eind vorig jaar veroordeeld tot veertien jaar cel en tbs met dwangverpleging voor doodslag. Het OM ging daartegen in hoger beroep en probeert het gerechtshof te overtuigen dat sprake is van moord.

Het hoger beroep begint dinsdag met een regiezitting, waarin onderzoekswensen van justitie en verdediging aan bod kunnen komen. Het gerechtshof houdt voor deze zaak zitting in de extra beveiligde zittingszaal van de rechtbank in Rotterdam.

E. schoot het meisje, dat hij langdurig stalkte, op 18 december 2018 van dichtbij met zeven kogels dood in de fietsenstalling onder haar school. Het OM had twintig jaar celstraf en tbs met dwangverpleging geëist wegens moord, omdat hij haar met voorbedachte raad zou hebben gedood. De rechtbank vond echter dat er onvoldoende bewijs was voor een vooropgezet en doordacht plan. De rechter zijn uitgegaan van een impulsieve daad doordat hij in een extreme staat van opwinding en boosheid raakte toen hij Hümeyra zag.

Dat E. verminderd toerekeningsvatbaar is, was voor de rechtbank ook strafverlagend. Hij heeft een zwakke ontwikkeling, persoonlijkheidsstoornissen en kenmerken van psychopathie. Ook gebruikte hij veel drugs. Omdat het risico op herhaling groot is, is behandeling nodig.

E. heeft bekend. Zijn achtervolging van het vluchtende meisje over het schoolplein én de schietpartij zijn vastgelegd door beveiligingscamera's.